Statistieken

Hieronder wordt per deelthema een overzicht gegeven van statistieken.

Alcoholverslavingen

Rond dit thema heb ik als statistiek met titel: 'alcoholgebruik onder jongeren internationaal 2015'.

Deze statistiek gaat over jongeren tussen de 15 en 16 jaar dat de laatste maand tien keer of meer alcohol heeft gedronken. De statistiek is uitgedrukt in percentage per land bij het aantal liter alcohol gedronken. Dit is een statistiek van 2015. België komt op de tweede plaats. De gegevens in de website zijn gebaseerd op databases van grote internationale organisaties zoals WHO (World Health Organization), OECD (Organisation for Economic Co- operation and Developement), ESPAD ( The European School survey Project on Alcohol and other Drugs) en HBSC (Health Behaviour in School- aged childeren).

De tweede statistiek heb ik met als titel: ' Alcoholgebruik onder scholieren naar leeftijd, 2015'

Deze statistiek gaat over jongeren tussen de 12 en 15 jaar die aangeven of ze ooit al eens hebben gedronken, in de laatste maand hebben gedronken, of die aan binge drinken. Dit is een statistiek van 2015 en het blijkt dat 45% van de 12 tot 15 jarigen ooit al iets hebben gedronken. Gemiddeld drinken ze hun eerste glas alcohol op de leeftijd van 13 jaar.

Angststoornissen

Rond dit thema heb ik de statistieken gevonden met de titel 'Jaarprevalentie angststoornissen in de huisartsenpraktijk' en 'Jaarprevalentie angststoornissen'.
De eerste statistiek wordt het onderscheid gemaakt tussen angststoornissen bij mannen en vrouwen doorheen hun leven. De tweede statistiek gaat dan over verschillende soorten angststoornissen tussen mannen en vrouwen.

De statistieken beschrijven hoeveel mensen per categorie een angststoornis hebben. De worden ingedeeld per leeftijd, geslacht, angststoornis, ec. De resultaten zijn vooral opgesomd in een doorlopende tekst. Ik heb enkel de statistieken in histogramvorm eruit gepikt, omdat die het duidelijkst zijn en het meest wetenschappelijk en dus ook et meest betrouwbaar. Ik vind vooral resultaten van in een tijdsperiode van de afgelopen 10 jaar. Ik heb de informatie gevonden op wetenschappelijke en informatieve websites. De statistieken zijn dus bedoeld om de mensen te informeren

jaarprevalentie-angststoornissen-in-de-huisartsenpraktijk-2016%20(1).pdf

Bipolaire Stoornis

Rond dit thema vond ik de statistieken : "Gemiddeld aantal activiteiten in CGG naar soort en leeftijd cliënt" en "Prevalentie van stemmingsstoornissen in de huisartsenpraktijk".
Deze statistieken sluiten niet erg goed aan bij het thema. Over de Bipolaire Stoornis zelf waren er geen statistieken te vinden.
De eerste statistiek die ik vond ging over de verschillen in leeftijd en de activiteit in de CGG. De tweede statistiek ging over de vergelijking tussen mannen en vrouwen binnen een bepaalde leeftijd over de ziekteaandoening van stemmingsstoornissen in de huisartsenpraktijk.

Depressieve stoornis

Bij dit thema vond ik twee statistieken: "een grafiek die het aantal zelfmoorden in het jaar 2015 in de regio Gent voorstelt, volgens leeftijd en geslacht" en "een tabel die het percentage minderjarige jongens en meisjes uit intacte versus niet-intacte gezinnen voorstelt, waarbij ooit een van de opgegeven problemen of stoornissen werden vastgesteld".
De eerste grafiek sluit net iets meer aan bij het thema, de tweede iets minder aangezien het vooral gaat om het gebruik van verschillende soorten drugs.

Eetstoornissen

Bij dit thema vond ik twee statistieken: 'Verdeling van 5- en 11-jarigen van het procentuele aantal kinderen zonder cariës-ervaring' en 'Percentage mensen met tandeloosheid'.
Ook hier sluiten de statistieken niet goed aan bij het onderwerp. Rond eetstoornissen waren er geen statistieken te vinden.
De eerste statistiek gaat over het verband tussen opleidingsniveau van de moeder en het gebit van hun kinderen.
De tweede statistiek gaat over tandloosheid bij 65 jarigen en ouder.

En als je toch een statistiek vindt, zijn het al gedateerde. Zoals ik heb één gevonden en deze ging over het percentage vrouwen die eetstoornissen hebben, en de soorten eetstoornissen. Maar de statistieken kwamen van het jaar 2001.

Persoonlijkheidsstoornis

Rond dit thema heb ik de statistieken gevonden met de titel Prevalentie van borderline-persoonlijkheidsstoornis (borderline-PS) in bevolkingsonderzoek waarin er een leeftijdsverdeling wordt voorgesteld van het percentage mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis in verschillende leeftijdscategorieën uit 2016. De tweede grafiek heeft de titel Prevalentie van persoonlijkheidsstoornissen in de huisartsenpraktijk. Hierin wordt de verhouding tussen de leeftijd van zowel mannen en vrouwen weergegeven met hoeveel personen een persoonlijkheidsstoornis hebben uit 2016.

Pica

Rond Pica zijn er weinig officiële statistieken te vinden. Blijkbaar zouden 10 tot 30% van de kinderen van 1 tot 6 jaar picagedrag vertonen, maar deze informatie wordt niet onderbouwd. Er worden ook geen bronnen vermeld vanwaar deze informatie komt. Als we pica verruimen naar eetstoornissen in het algemeen zijn er op vraag van Lydia Peeters in 2012 cijfers bekendgemaakt rond eetstoornissen door Jo Vandeurzen, minister van welzijn, volksgezondheid & gezin. Deze informatie is te vinden via het Vlaams Parlement.

Schermafbeelding%202017-12-15%20om%2018.55.34.png

Wat de cijfers voor vrouwen betreft, moeten we ermee rekening houden dat het percentage slaat op de totale bevolking boven de 18 jaar (dus ook bejaarden). Beperkt men de gegevens tot de leeftijdsgroep 18-29 jaar dan kan men de cijfers ongeveer verdubbelen. Houden we hiermee rekening, zeker gezien eetstoornissen nog meer voorkomen in de leeftijdsgroep 10-20 jarigen, dan komen we ruwweg tot volgende schatting van eetstoornissen bij Belgische vrouwen tussen 10 en 30 jaar: 3,7% anorexia nervosa; 3,8% boulimia nervosa; 4,4% eetbuistoornissen; 6,8% allerlei eetbuien of een totaal (gelijk welke eetstoornis) van 10,3% (overlap in de prevalentie van de verschillende eetstoornissen zorgt er voor dat niet gewoon de som kan gemaakt worden). Dit zou betekenen dat in België één op tien vrouwen ooit tussen 10 en 30 jaar een eetstoornis zou hebben gehad. België komt globaal in het onderzoek op de tweede plaats na Frankrijk en vertoont hogere cijfers dan Nederland. Dit is een nieuw feit, tot op heden gingen we er onterecht vanuit dat de epidemiologische cijfers uit Nederland voor ons land konden overnemen.